zondag 30 augustus 2015

In Fernie we do like the Fernies do

En dat is je op je volgeveerde downhill mountainbike door de modder en tussen de rotsblokken naar beneden smijten. Onze snelheid ligt wel heel wat lager en de singletrack is een gravelweg die parallel loopt met de drukke highway 3. De rotsblokken zijn er wel, want er mist een brug en dat betekent: bagage van de fiets en alles over glibberige rotsen naar de overkant dragen. En even later is met de regen ook de modder van de partij.
Maar als we door Main Street rijden blijkt dat de doorsnee mtb-er hier op een regenachtige dag gewoon koffie gaat drinken. Weer iets bijgeleerd.

 
 
 

Grasmere of all places


We steken in Roosville de grens over, bye bye USA, hello Canada.
 
 
 
En dan fietsen we verder naar Grasmere want daar hebben we voor de picknick afgesproken met Anja en Jan. Grasmere of all places, veel stelt het echt niet voor. Er is een tankstation, klein winkeltje, een gesloten eetbarakje en een mooie verzameling afgedankte rommel. Dat laatste hoort hier blijkbaar bij je huis. Wat auto’s die niet meer werken, een oude ijskast, een scheefgezakte caravan, een verroeste benzinepomp, een overgroeide tractor,… het krijgt een prominent plekje in de tuin. Zou het kunnen dat de hoeveelheid brol aangeeft hoeveel nieuwe spullen je je kan veroorloven? Het lijkt eerder twijfelachtig.
Maar het is leuk om er Anja en Jan te treffen. We picknicken aan Loon Lake en babbelen de hele namiddag. Het was fijn om nog eens bekend volk te zien, merci dus Anja en Jan om die extra kilometers te rijden om ons te zien.



 

We slaan onze tent op aan Loon Lake (met een loon of duiker op het water = de wolf die Tom Waes in Alaska hoorde J) en rijden via Elko naar Fernie. Elko is ook niet veel meer dan een tankstation met winkel, motel en RV campground. We kiezen voor een nachtje in het motel als we op de kampeerplekken de ene verse berendrol na de andere vinden. Het is een slecht bessenseizoen en beren durven dan op minder gewenste plekken hun kostje bij elkaar te scharrelen.

waterpret



donderdag 27 augustus 2015

Where did all the mountains go?

Noodgedwongen blijven we in Columbia Falls twee dagen. De smokey lucht is echt wel op zijn hoogtepunt en de zichtbaarheid heel slecht. Het openluchtzwembad is zelfs gesloten wegens de slechte luchtkwaliteit. Het advies luidt:  blijf binnen en doe geen zware inspanningen. Maar ze hebben hier een leuk café (Basecamp Café), een toffe bib en de eerste dag een boerenmarktje, dus we vervelen ons niet. En gelukkig barst de laatste avond een hevig onweer los en krijgen we weer even zicht op wat blauwe lucht en bergen.


Zonder smog – zalig – fietsen we naar Glacier National Park en kamperen we in Apgar. In juli en augustus is het er meestal drummen voor een plaatsje, maar door de vele bosbranden laten heel wat toeristen Glacier NP links liggen.  Ook wij passen onze route aan. Ons plan om helemaal naar boven te fietsen, laten we varen. We hebben geen zin om tegen een tijdslimiet (je moet met de fiets voor 11 uur boven zijn) en in die rokerige lucht naar boven te fietsen. Dus we nemen de shuttle naar boven en maken daar een wandeling naar Hidden Lake. Een mooie wandeling en als beloning veel marmotten, grondeekhoorns, berggeiten en zelfs een grizzly die meermaals het pad kruist en verkoeling zoekt in een riviertje.


  
 
 

 Vanuit Apgar fietsen we naar Polebridge. Het piepkleine dorpje is off the grid en haalt zijn elektriciteit uit een handvol zonnepanelen. Een café, een hostel, een kleine winkel met bakkerij en wat huizen in the middle of nowhere. Meer is het niet, maar voor ons een paradijs. De koeken en het brood zijn er zalig, mmmmmm. Slapen doen we er in een tipi.
 
  
 
Na Polebridge moeten we flexibel zijn. De weg naar Eureka is afgesloten door een bosbrand en dat betekent omrijden via het zuiden. Maar ook daar botsen we op een slagboom. Een extra omweg van 20 kilometer brengt ons terug op de weg naar Canada. Moe, onder het stof en met zicht op de bosbrand vinden we verfrissing in Dickey Lake.



Nog 1 dag USA en morgen steken we de grens over naar Canada. Hopelijk blijft de rook aan deze kant.

donderdag 20 augustus 2015

Icecreamman, ring your bell

I scream icecream, ..... Ijsjes, ijsjes en nog eens ijsjes, we zijn er gek op. Warre gaat voor zijn vanilleijsje of af en toe eens eentje op een stokje. Wij zijn vooral fan van de smaak 'moose tracks', al zijn die huckleberryshakes hier ook wel lekker.

Een dorpje of stadje, dat betekent voor Warre een ijsje, dat wordt afkicken als we terug in België zijn.
Al moesten we hier wel wennen aan de grootte van de ijsjes, in Boulder bij Chris en Marry gingen we nog overmoedig voor drie bollen, dat beperkt zich nu tot één bol of zelf een kinderportie.











Dusty and dry

Vanuit Seeley Lake rijden we verder naar het noorden. Het is hier heel droog en de gravelwegen laten hun sporen na. De fietskar wordt al snel grijs, net als de fietstassen, onze benen en Warre. Misschien dat hij daarom de laatste dagen het fietsstoeltje verkiest boven zijn nestje een paar tiental centimeter van een stofopwerpend achterwiel. Gelukkig komen we slechts een handvol auto's tegen en gaat de route meestal door bos. We genieten van de schaduw.

Aan meren hier geen gebrek, Swan Lake, Flathead Lake, Echo Lake, .... Het ene heeft een leuk cafeetje met lekkere taart, het andere heeft een toeristisch stadje met een speciale fietscamping, nog andere speedboten en jetski's.

Van de bergen van de Bob Marshall Wilderness zien we slechts een vaag silhouet. De rook van de vele bosbranden is de laatste dagen enkel erger geworden. Deze ochtend zijn onze zadels zelfs bedekt met kleine asdeeltjes.

De laatste dagen slapen we steeds met andere fietsers die naar het zuiden fietsen, altijd leuk om eens te babbelen met mensen die ook op avontuur zijn, zoals Warre dat zegt.








zaterdag 15 augustus 2015

nachtje brommen

Neen, we hebben niet te snel gereden, geen snoepje gepikt, geen bosbrand veroorzaakt, geen duel beslecht met de kogel of de stars and stripes gebruikt om onze fiets te kuisen. 't Gevang kwam gewoon op het juiste moment. Boven het "stadsplein" van Ovando pakten donkere wolken zich samen. Schuilen, ja zelfs slapen, mochten we in de oude gevangenis. Gelukkig kon de deur ook van binnen geopend worden. Terwijl het buiten blaaskes regende en bliksemsflitsen en aanhoudend gedonder de hemel vulden, werd het zelfs gezellig op de houten brits.

 


Smoking hot

Na Helena krijgen we weer een paar tropische dagen met temperaturen boven de 40° graden. We laten de Great Divide - met een paar steile klimmen van 12% en meer - voor wat het is en kiezen voor een alternatieve route over asfalt.

 
Hier in het noordwesten van de Verenigde Staten is het al weken warm en droog. Tel daar nog een winter met weinig sneeuw bij en veel groen gras vind je niet meer. Smokey - www.smokeybear.com - waarschuwt ons dan ook al dagen met "fire danger: very high today".  De hitte zorgt ook voor de nodige onweders met veel bliksems. Een ontvlambare cocktail. Zeker als je weet dat meer dan 90% van de bosbranden door bliksems aangestoken worden. We hadden al heel wat gehoord over de grote brand in Glacier National Park, maar dit is slechts een van de vele wildfires in Montana, Idaho, Washington en Oregon. Op weg naar Lincoln zien we een nog kleine rookpluim de lucht in gaan. Als we in de namiddag een straffe - helaas - tegenwind voorgeschoteld krijgen, ontploft deze bosbrand. De rookpluim krijgt de allures van een aswolk bij een vulkaanuitbarsting. 's Morgens is de vallei gevuld met de geur van kampvuur. Hetzelfde scenario herhaalt zich de dag erna ter hoogte van Seeley Lake (een filmpje genomen vanuit een vliegtuigje van deze brand kan je vinden op https://youtu.be/tInBAohplCI).
Bosbranden lijken op het eerste zich catastrofaal, maar boomsoorten zoals de lodgepole pine (draaiden) danken er ook hun voortbestaan aan. Hun denneappels barsten pas open als er vuur aan te pas is gekomen. Het zorgt ook voor open plekken in het bos. De US Forest Service laat wildfires tot op zekere hoogte dan ook toe. Maar het is wel spectaculair om zien hoe georganiseerd men hier is. Binnen de kortste keren vliegen er helikopters over, rijden er speciale bosbrandweerwagens rond, loopt het bos vol hotshot crews en worden er tijdelijke firefighters camps opgezet.
Wij hebben niet veel last van de bosbranden. Het heeft zelfs ook voordelen. De zon wordt door de smog wat getemperd en bij 40° zijn we daar niet rouwig om!

 




dinsdag 11 augustus 2015

Het ene mijnstadje is het andere niet

Vanuit Lima fietsen we verder over de Great Divide, onverharde eenzame wegen waar we af en toe weer fietsers tegenkomen die naar het zuiden fietsen. Of een paar enkelingen die ons inhalen op weg naar het noorden. Ondertussen zijn we al bekend als "the Belgians with the kid" die op de Great Divide rijden.

 
 
 
Sommige trajecten van de Great Divide zijn buiten categorie voor ons en moeten we de alternatieven opzoeken. De onverharde wegen wisselen we dus af met asfalt en zelfs een stukje over de Insterstate 15. Hier mag je dus op de autostrade rijden, gelukkig voor ons is het er niet druk en is er een brede pechstrook. Met gemiddeld één auto om de 25 seconden valt de maandagochtendspits best mee.
 
 
 
Via Bannack, een spookstad waar vroeger naar goud werd gezocht, en Wise River rijden we dan weer naar Butte, een stad met een kopermijn om dan uiteindelijk in Helena te belanden. Ook ontstaan als goudmijnstad, maar nu de hoofdstad van Montana. Het is leuk om weer in een stad te zijn met veel bomen, parken, koffiehuisjes en winkels met groenten en fruit.... We slapen voor de tweede keer bij een Warmshower. Deze keer zijn we te gast bij John, de ideale plek voor Warre want gisteren waren zijn zoontjes op bezoek en hij heeft speelgoed :-)

Bannack, het spookstadje
 



 
Butte, de kopermijnstad



 

 
Helena, ontstaan als goudmijnstad